Onder grondvloer of de vloer op begane grond verstaan we de onderste vloer van de woning. Dit kan het gelijkvloers zijn indien de woning geen kelder heeft. Dit kan de keldervloer zijn indien de kelder wordt verwarmd. Dit kan ook het gelijkvloers zijn wanneer de woning een kelder heeft die niet wordt verwarmd.
Vaak vergeet men dat een niet-geïsoleerde grondvloer een bron is van koudestraling en warmteverlies. Vloerisolatie bespaart niet alleen energie en geld, maar levert je bovendien een comfortabel huis op: geen koude voeten meer en minder vocht in huis.
Het isoleren van de grondvloer
De mogelijkheden die je hebt om de grondvloer te isoleren verschillen naargelang de woning al dan niet een kruipruimte of een kelder heeft en of de kruipruimte al dan niet toegankelijk is.
Het principe dat je moet nastreven, blijft echter hetzelfde:
- Isoleer de grondvloer
- Zorg dat er geen thermische onderbreking is tussen de muurisolatie en de isolatie van de grondvloer. In alle onderstaande situaties steunt de draagmuur op een blok isolerend materiaal. Dit is meestal cellenbeton of cellulair glas.
Je kan logischerwijs ook beter isoleren bij nieuwbouw dan bij een verbouwing. Bij een bestaande woning is het meestal niet mogelijk thermische onderbrekingen tegen te gaan.
Voor het isoleren van je vloer heb je de keuze uit een groot aantal isolatiematerialen. Wij zullen evenwel steeds proberen de voorkeur te geven aan bio-ecologische materialen.
Bij nieuwbouw wordt op de funderingsvloer een drukvaste isolatielaag aangebracht. Na te streven minimum diktes zijn: 8cm voor Resolschuim of PIR, 10cm voor XPS of 12 cm voor houtwolplaat. De isolatie wordt best in 2 lagen met geschrankte voegen en tussen 2 folies aanbracht.
Een blok cellenbeton, geëxpandeerde klei of cellulair glas verbindt de vloerisolatie met de spouwisolatie.
Bij verbouwen is het isoleren van de grondvloer moeilijker wanneer er geen kruipruimte is. Er zijn twee (ingrijpende) mogelijkheden:
- Je kan op de vloer een isolatielaag aanbrengen. Hierdoor komt de vloer 5 tot 8 cm hoger te liggen. Je verliest hiermee hoogte in de kamer en je moet de deuren inkorten.
- Of je kan ook altijd de oude vloer verwijderen en een nieuwe vloer – met isolatie aan de onderkant – plaatsen. Dit is een ingrijpende en dus kostelijke ingreep gezien de oude vloer verwijderd wordt.
In beide gevallen blijf je een koudebrug behouden omdat je geen isolerend blok hebt waarop de draagmuur rust en die voor verbinding zorgt van de spouw- en vloerisolatie. Daar valt weinig aan te doen. Mogelijke oplossingen zijn te duur vergeleken met de opgeleverde winst.
Je zal alleszins al extra comfort en energiewinst bekomen door de vloerisolatie alleen.
Het isoleren van de onderkant van een vloer boven een kruipruimte die toegankelijk is of boven een onverwarmde kelder: als de kruipruimte hoog genoeg is om erin te komen of als je een onverwarmde kelder hebt, kan je de onderkant van de vloer isoleren. Een koudebrug zal wel blijven bestaan bij de aansluiting van de betonplaat op de dragende constructie. Het is evenwel mogelijk deze zeer klein te maken zonder dat je in de funderingsmuur of in de draagmuur moet beginnen kappen. Maar ondanks de (kleine) koudebrug levert het isoleren van de vloer energiebesparing op.
De materialen die je hiervoor kan gebruiken zijn houtvezels, glas- en rotswol, kurk, resolschuim, EPS, XPS en PIR/PUR. Indien je een vochtige kelder hebt zijn niet alle materialen bruikbaar en kies je beter voor waterresistente isolatiematerialen.